terug

OMO en SIVON vieren laatste aansluiting Veilig Internet

Op donderdag 6 april kwamen collega’s van vereniging Ons Middelbaar Onderwijs en SIVON samen om te proosten op een bijzonder moment: delocatie van het MollerJuvenaat  in Bergen op Zoom is  officieel aangesloten op de dienst Veilig Internet. Daarmee maken nu alle  binnen OMO gebruik – ruim 60 scholen in  Noord-Brabant van – deze dienst.

Een moment om bij stil te staan met taart en bubbels. Het zegt iets over de kwaliteit van de dienstverlening maar meer nog over de samenwerking en het vertrouwen tussen OMO en SIVON. Yvonne Kops is sinds 2016 lid  Raad van Bestuur van OMO én sinds 2022 voorzitter van de ledenraad van SIVON. Een goede reden om haar te interviewen over het onderwijs binnen OMO en over de keuze over om zich aan te sluiten bij de coöperatie SIVON metde meerwaarde van een dienst als Veilig Internet.

Het is onmogelijk om samen te vatten wat er op ruim 60 scholen gebeurt. Kunt u toch een poging wagen en kort iets vertellen over uw vereniging en waar u voor staat?

“OMO is een vereniging met ruim 60 scholen, verspreid over Noord-Brabant en met één locatie in Gennep. Onze vereniging is opgericht in 1916. Brabant was indertijd een arme provincie met een zich ontwikkelende industrie, denk aan Philips en de schoen- en leder- en textielindustrie. Voor de kantoren van deze industrie, de handel en het overheidsapparaat waren goed opgeleide werknemers nodig. Onze eerste scholen werden opgericht om de kinderen uit regio’s waar nog geen voortgezet onderwijs was, die kans op een goede opleiding te bieden. De open, katholieke emancipatiegedachte van waaruit OMO is ontstaan, is in een moderne vorm nog steeds herkenbaar in de missie van onze scholen en in onze kernwaarden: ‘goed mens, goed leven, goed onderwijs, goed handelen’.”

Wat trok u destijds aan om in gezamenlijkheid op te trekken en lid te worden van SIVON?

“OMO is sinds 2018 lid van SIVON. Wij waren toen al gestart met de voorbereiding van een aanbesteding voor glasvezel en de daarbij horende diensten. SIVON ging concreet aan de slag met wat nu Veilig Internet heet. We hebben een tijdje parallel gewerkt waarbij we op gezette tijden uitwisselden. Uiteindelijk hebben we ons eigen traject gestopt en zijn we mee gaan doen in de eerste groep die instapte. We zijn ingestapt vanuit de overtuiging dat wij en onze collega-besturen allemaal te klein zijn om dit soort ICT-infrastructuur zelf te regelen. Ik vind dan ook dat het voor alle besturen in po en vo vanzelfsprekend zou moeten zijn om lid te zijn. Sinds vorig jaar ben ik voorzitter van de ledenraad van SIVON. Zelf wil ik me binnen SIVON voor drie zaken in het bijzonder inzetten: voor een gezonde leermiddelenmarkt, voor cybersecurity en voor bescherming van de data van onze leerlingen en een goed gebruik van AI daarbij.”

Bent u tevreden over de dienst Veilig Internet? En zo ja, waarom?

“Wij waren zoals gezegd één van de ‘launching customers’ van Veilig Internet, voor SIVON was het ook de eerste dienst die volledig zelfstandig werd aangeboden. In dergelijke trajecten zijn er altijd hobbels die genomen moeten worden. Die zijn in goed overleg opgepakt en opgelost, waardoor Veilig Internet ook weer beter werd voor nieuwe toetredende besturen. Ondanks, of wellicht dankzij, onze (positief-)kritische ICT’ers op de scholen, zijn we inmiddels zeer tevreden over dienst. Deze is stabiel en levert ‘schoon’ internet; door de aanvullende diensten worden veel zaken er al uitgefilterd en maakt een DDos-aanval geen kans meer. Bovendien zijn de kosten flink afgenomen.”

Hoe beleven uw collega’s een belangrijk thema als informatiebeveiliging en privacy? Is er voldoende aandacht voor? Wat verwacht u van SIVON en haar partners (Kennisnet, PO-Raad en VO-raad) aan hulp op dit gebied?

“De aandacht voor privacy is sinds de komst van de AVG in mei 2018 goed ingeburgerd binnen de vereniging. Ons beeld is dat we in het zorgen voor informatiebeveiliging in het hele funderend onderwijs achterlopen op veel andere sectoren. Informatiebeveiliging kreeg ook bij ons niet de aandacht die het had moeten krijgen. Incidenten zoals bij ROC Mondriaan en het Staring College hebben de urgentie flink aangewakkerd. Afgelopen jaar hebben we met alle scholen projectmatig gewerkt aan vijf prioriteiten: ontwikkelen van een aanpak voor het vergroten van de awareness, het ontwikkelen van een normenkader en verantwoordingsproces, de IB-organisatie, het opzetten van een risico-analyseproces en een kwetsbaarhedenscan. Deze scans zijn inmiddels al bij een groot deel van de scholen uitgevoerd. Ambitie en noodzaak zijn hoog, maar we merken wel dat het een wissel trekt op de scholen. De PO-Raad, VO-raad en Kennisnet zijn recent ook met de ontwikkeling van een normenkader gestart. De basis daarvan is vergelijkbaar met die van OMO en we houden hierover contact met elkaar. We zijn ook bezig met een crisismanagementplan te ontwikkelen. Het is belangrijk dat we meteen weten wat ons te doen staat als we daadwerkelijk met een cyberincident te maken hebben. We zouden graag willen dat er voor de sector een snel en goedwerkend response team komt. Als ik kijk naar het hele digitaliseringsterrein, dan is SIVON daarin voor ons niet meer weg te denken. SIVON is een coöperatie, dat betekent voor ons dat we niet alleen wat komen halen, maar ook actief mee willen werken aan het op een hoger plan komen van de digitalisering van onze sector.”